vrijdag 25 november 2011

Van den hond

Ik vind honden ge-wel-dig. Echt. Dat komt niet alleen doordat ik allergisch ben aan katten. Honden zijn grappig en ontroerend tegelijk, echte pantoffelhelden met een ongelooflijk karakter waar je niet om heen kunt. 


In de reeks 'Van den hond', vandaag de onvergetelijke hond Bruno uit de wonderbaarlijke film 'Les Triplettes de Belleville'.


Bruno


Bruno is het prototype van je-trouwste-vriend hond. Madame Souza, bomma van anderhalve meter lang, doet hem als klein keuteltje cadeau aan haar kleinzoon Champion. Champion woont als garçon maudit alleen bij zijn oma. Overdag tikt er de klok, 's avonds zingt de televisie Josephine Baker. 
Madame Souza voelt aan het snorhaar op haar bovenlip dat Champion iets mist... een vriend?




Voor Bruno is het onvoorwaardelijke liefde op het eerste gezicht. Hij wordt een echte speelkameraad, een makkertje, een maatje.




Maar Champion zou geen garçon maudit zijn, als hij niet met een zucht blijft hopen dat er toch meer moet zijn in het leven...




Kleine Champion heeft immers een droom...




Hij wil kampioen worden. Wereldkampioen koereur!


Vanaf dan komt onze vriend Bruno - intussen geen keuteltje meer maar goed van poten en oren voorzien - wat meer op het achterplan. 
Terwijl de grootstad rondom hun huis groeit, en groeit, en groeit, geeft Champion zich over aan een strak trainingsschema. Bruno blijft alleen achter, trouw als een hond kan zijn, wachtend op zijn baasje.




Wanneer Champion ontvoerd wordt, kan Bruno pas echt zijn ware aard tonen. Samen met Madame Souza transformeren ze in misdaadavonturiers. Ze volgen hun neus, op zoek naar Champion. Zonder zich vragen te stellen - wat kunnen honden dat goed - steekt Bruno met Madame per boot de grote plas over, helemaal tot in Belleville. 


(Waar is Bruno?)

In Belleville blijkt Bruno een rasechte muilentrekker te zijn. Om een centje bij te verdienen, meet hij zich als een echte method actor de rol van blindgeleidehond aan.




Welke hond doet hem dat na?
En jawel, uiteindelijk toont Bruno nog maar eens zijn ware aard, wanneer hij met de staart gestrekt zijn eigen leven voor zijn baasje op het spel zet.... Spannend!


Of heeft Bruno gewoon een afkeer van Italianen...?


Wat het ook zij, Bruno is een onvergetelijke hond waar ik graag eens een toerke mee zou gaan doen.


Les triplettes de Belleville is bijna 10 jaar oud intussen, maar een film om te zien en te herbezien. Hij werd gemaakt door Sylvain Chomet, die vorig jaar ook het prachtige L'illusionist maakte, een tot dan nooit eerder verfilmd script van Jacques Tati.


Fijn weekend!

zondag 20 november 2011

Oh nee - ik had ze nooit mogen bakken op 175°


Ja, dat komt ervan. 
Als je schrinkels bakt op 180°, dan krimpen ze maar liefst 7 keer. Da's 7 keer korter én 7 keer dikker.



Wie zoals ik een of ander Chiroverleden onder de overgooier heeft, kent ze ongetwijfeld. Favoriete bezigheid op bivak of een druilerige zondag: schrinkels maken.
Ik was ze eerlijk gezegd helegans vergeten, tot ik om een of andere duistere reden in de Banier stond. En daar lagen ze: 6 vellen voor een dikke 6 euro. 

Zo'n vel is eigenlijk een soort van plastiek, met een gladde en een ruwe kant. Op de ruwe kant kan je tekenen. Je knipt je tekening uit, legt ze even in de oven, en je knipsel krimpt. Voila.

Nu herinner ik me van dat geschrinkel vooral dat het eindresultaat nooit was wat ik in gedachten had. Maar met de schrinkels die ik daar in de Banier zag liggen is dat verleden tijd. Waar schrinkelpapier vroeger doorzichtig was, en je dus zelf moest tekenen en kleuren, is er nu ook: gekleurd papier. 


En wat een mogelijkheden geeft dat! (Bericht aan mezelf: dit begint hier op serieuze promoprietpraat te trekken. Bericht aan de firma Shrinkels: ik sta open voor bedankingen in natura.)
Weg met amateuristisch geteken van peetjes. (Bericht aan de meelezer: wie nog nooit geschrinkeld heeft, heeft hier ongetwijfeld geen boodschap aan. De ervaren/teleurgestelde schrinkelaar springt nu echter een gat in de lucht. Nu dus. Hoppa.)

Om u enkele misbaksels uit uw oven te besparen, een korte handleiding voor de geïnteresseerden, met prentjes en zo.

1. Teken met potlood de vorm van je peetje op de ruwe kant van het schrinkelpapier. Hou er rekening mee dat alles 7 keer kleiner wordt, dus teken niet te klein!


2. Als je toch wil schrijven/tekenen/kleuren op je peetje, dan kan dat ook op de ruwe kant. Potloodlijnen kan je weggommen.


3. Wil je een 'peetje' in de kleur van je schinkelpapier, dan wordt de gladde kant je 'propere kant'. Hou hier rekening mee om je afbeelding te tekenen/spiegelen.

4. Knip de vorm uit. Opgelet bij fijner knipwerk, het papier is fragiel in hoekjes (scheurtjes). Oogjes of andere lichaamsopeningen kan je maken met de perforator.


5. Leg je peetje op de gladde kant van zilverpapier, op de bakplaat. De oven moet zo'n 175° warm zijn (hetelucht). Leg de 'goede' kant naar boven (afhankelijk van wat je wil is dit de ruwe beschreven kant of de gladde onbeschreven kant).


6. Blijf kijken door je ovenraampje. En o wee, het wonder geschiedt!

(Zoek de spartelende vis)

7. Als je denkt, nu gaat het fout, dan heb je het fout. De schrinkel krult helemaal op, maar ontvouwt zich weer als hij helemaal gekrompen is. Laat hem er lang genoeg inzitten zodat hij helemaal terug ontkrult. 

8. Neem het zilverpapier met je gekrompen peetje uit de oven. Vouw het zilverpapier over de schrinkel en leg er een kloefer van een boek op, om hem helemaal plat te laten afkoelen. Na enkele minuutjes is hij helemaal hard. Is hij toch niet perfect plat? Je kan hem dan opnieuw opwarmen!

Je kan de schrinkel makkelijk ergens oplijmen (speldje, oorbel,...) of er andere zotte dingen mee doen. Ik ben benieuwd naar jullie creaties!

En omdat Nele, Janina en Mamarina een beestige cowboytip gaven, mogen ze een opspelddiertje van op deze pagina uitkiezen :) 
Foto's van de beestige cowboy himself komen eraan. Ik geef alvast mee dat er een lederen kringloopwinkelbroek aan gesneuveld is...

zaterdag 19 november 2011

Tulband cake (waar je 3 dagen van eet)

Deze cake is er eentje uit mijn kindertijd. Mijn moeder maakte toen zelf nog yoghurt met zo'n yoghurtmachine. Haar tulbandcake is dan ook geweldig omdat er yoghurt in zit (jammie) en omdat de vorm zo heerlijk ouderwets is.


Ik botste in de kringwinkel op een knaloranje tulbandvorm, deed een huppel, belde het thuisfront voor het recept, en mijn eerste tulbandcake was een feit.




Wat de cake voor een lui wijf als ik zo geweldig maakt, is dat er geen weegschaal aan te pas komt. Alles wordt gemeten met één tas. Een koffietas. Theetas. Melktas. Soeptas. Soutas.
Kom vous voulez. (Eén en dezelfde tas weliswaar, anders loopt het gegarandeerd in de soep. Wat bij deze cake bijzonder moeilijk is, maar toch.)








Smakelijk!




Ps: De cake bewaart vlotjes 3 dagen, als hij het tenminste zolang trekt bij jou thuis...
Pps: Wie mijn geschrift niet kan lezen, mail gerust :)